Persbericht

Pensioenhervorming binnenkort naar het parlement

De ministerraad heeft het voorontwerp van wet over de hervorming van het pensioenstelsel van minister Karine Lalieux in tweede lezing goedgekeurd.

De tekst zal begin februari worden besproken in de commissie Sociale Zaken van het parlement.

"De pensioenhervorming beantwoordt aan de doelen die de regering aan het begin van deze legislatuur heeft gesteld. Met de bonus motiveren we mensen om langer te werken, en tegelijk beschermen we bepaalde categorieën werknemers, met name vrouwen," aldus minister van Pensioenen Karine Lalieux.

De hervorming omvat de volgende maatregelen:

  • De invoering van een pensioenbonus voor mensen die met pensioen kunnen maar toch blijven werken, vanaf 1 juli 2024.

De eerste bonussen zullen worden uitgekeerd aan mensen die vanaf 1 januari 2025 met pensioen gaan. Om recht te hebben op de bonus, moeten gepensioneerden dus minstens 6 maanden hebben gewerkt na de datum van hun vervroegd pensioen.

Wie een jaar langer werkt, krijgt een bonus van 3.775 euro netto. Voor het tweede extra jaar bedraagt de bonus 7.550 euro netto, en uiteindelijk 11.325 euro voor het derde jaar. Mensen die hun loopbaan met 3 jaar verlengen, zullen dus recht hebben op in totaal 22.650 euro netto.

Voor werknemers met een lange loopbaan (43 of 44 loopbaanjaren voordat ze vervroegd met pensioen kunnen gaan), die dus voor hun twintigste zijn beginnen te werken, bedraagt de bonus 11.325 euro vanaf het eerste extra werkjaar en 33.975 euro netto na drie jaar. De regering wil zo de mensen belonen die na een volledige loopbaan van 45 jaar aan het werk blijven.

"De bonus is een maatregel die de werkzaamheidsgraad op een positieve manier ondersteunt en die mensen die op jonge leeftijd zijn beginnen te werken extra beloont." 

 

  • Een opwaardering van deeltijds werk in de berekening van het pensioen 

 

  • De plafonnering van de perequatie voor de hoogste ambtenarenpensioenen

 

  • De invoering van een voorwaarde van effectieve tewerkstelling voor de toegang tot het minimumpensioen, om het verzekeringsprincipe van onze sociale zekerheid te waarborgen.  

 

  • Verschillende verloven worden gelijkgesteld met periodes van effectieve tewerkstelling om vooral vrouwen te beschermen tegen de gevolgen van de komst van een kind op hun loopbaan (moederschaps- en vaderschapsverlof, borstvoedingsverlof, pleegouderverlof, thematische verloven, tijdskrediet voor palliatieve zorg, voor de zorg voor een kind met een handicap, preventieve werkverwijdering, tijdelijke werkloosheid, enz.) Ook periodes van langdurige ziekte zullen in aanmerking worden genomen bij de berekening van de voorwaarde van effectieve tewerkstelling.

De hervorming houdt ook rekening met de bijzondere situatie van kunstenaars. Voor hen wordt een specifieke regeling ingevoerd om rekening te houden met de dagen die nodig zijn om een kunstwerk te maken of voor te bereiden.

Voor zelfstandigen die hun activiteiten tijdens de coronacrisis moesten stopzetten of sterk verminderen, hebben de minister en de regering besloten om de perioden van vrijstelling van sociale bijdragen in verband met de crisis tussen 2020 en 2022 als effectieve tewerkstelling te beschouwen.

 

  • Om de solidariteit te versterken, wordt de Wijninckx-bijdrage op de hoogste aanvullende pensioenen vanaf 1 januari 2028 verdubbeld van 3% naar 6%.

Karine Lalieux: “Deze goedkeuring in tweede lezing is een belangrijke stap in het pensioenhervormingsproces. Na het overleg met de sociale partners en het advies van de Raad van State zijn de gesprekken binnen de regering hiermee afgerond. Het voorstel wordt nu ter bespreking en goedkeuring aan het parlement voorgelegd. Ik kijk ernaar uit om met de parlementsleden hierover het debat aan te gaan. Ik ben er alleszins van overtuigd dat deze hervorming de solidariteit binnen het pensioensysteem zal versterken, werken zal opwaarderen en de financiële houdbaarheid van het systeem zal garanderen.”