Persbericht
31 mei 2022
Minister Karine Lalieux lanceert 5 pistes om tewerkstellingsgraad van personen met een handicap in de federale administraties te verhogen.
werken met rolstoel
Federaal minister bevoegd voor personen met een handicap Karine Lalieux dient binnenkort op de regeringstafel 5 pistes in om de tewerkstellingsgraad van personen met een handicap in de federale overheidsdiensten te verhogen en verder te ondersteunen.
“Uit het laatste BCAPH-rapport blijkt dat we met een tewerkstellingsgraad van 1,06% voor personen met een handicap in de openbare dienst zitten. Het duidt op een verdere daling op federaal niveau van het aantal werknemers met een handicap in onze administraties. We hebben echter een wettelijke verplichting om 3% te bereiken!”, reageert de minister. “De trend moeten we omkeren. Dat is een collectieve verantwoordelijkheid van de hele regering en van onze federale overheidsdiensten”.
De werkgelegenheid van mensen met een handicap stimuleren
In een nota die zal worden voorgesteld en besproken met de regering, stelt Karine Lalieux een strategie voor die alle niveaus via 5 pistes moet responsabiliseren:
- Minister Lalieux stelt voor om het Voorzitterscollege van de federale overheidsdiensten samen te roepen en de leidinggevenden bij Selor en het Federaal Netwerk van personen met een handicap.
Het doel is om een diepgaande analyse te maken van de oorzaken achter de slechte resultaten en de uitdagingen in de aanwerving van personen met een handicap.
Het rapport wordt in het najaar van 2022 verwacht.
- Op basis van dit rapport zullen voor elk van de administraties concrete maatregelen worden gedefinieerd en trajecten worden uitgetekend om hen te helpen de 3%-graad te halen.
Deze trajecten zullen worden aangepast aan de noden van elke dienst.
- Om de administraties te ondersteunen in hun streven naar 3%, wenst minister Lalieux hen vrij te stellen van de budgettaire besparingen die van hen gevraagd worden op vlak van personeels- en werkingskosten.
- Ook zal de minister aan de regering de invoering van een sanctiemechanisme voorstellen om publieke diensten aan te spreken als ze het vastgelegde traject niet respecteren.
Deze sancties kunnen de vorm aannemen van:
ofwel een bijdrage aan een gemeenschappelijk sectoraal fonds dat dit geld zal gebruiken voor projecten die de integratie van de persoon met een handicap op de arbeidsmarkt moet vergemakkelijken (zoals het Franse systeem);
of een bevriezing van dit financiële bedrag met de plicht het te behouden voor een project om personen met een handicap in dienst te nemen binnen de organisatie.
"Het geld wordt zo in ieder geval besteed aan de inclusie voor personen met een handicap", benadrukt Karine Lalieux.
- Ten slotte zal de minister pleiten voor nauwere samenwerking met de spelers op het terrein die personen met een handicap ondersteunen om hun integratie op de arbeidsmarkt te bevorderen. Daarnaast ook met actoren op vlak van werkgelegenheid en regionale opleidingen.
Collectieve verantwoordelijkheid
Voor de minister kan de federale regering hier niet tevreden mee zijn. Deze rampzalige bevindingen verdienen een krachtig antwoord.
Karine Lalieux, Minister voor Personen met een handicap: “Werk werkt emanciperend, is goed voor inclusie en de koopkracht voor personen met een handicap. Als openbare dienst moeten we het voorbeeld geven, wat vandaag nog te weinig het geval is. Het bereiken van de tewerkstellingsgraad van 3% en het duurzaam verbeteren van de situatie vereist inzet, een collectieve bewustwording en een duidelijk en gemeenschappelijk streven naar meer inclusie.”