Integratietegemoetkoming blijft behouden in geval van tijdelijke werkloosheid Covid-19
Op voorstel van minister Karine Lalieux, die belast is met personen met een handicap, heeft de ministerraad vrijdag een ontwerp van koninklijk besluit goedgekeurd waardoor de regels voor de berekening van de integratietegemoetkoming tijdelijk worden aangepast.
Sinds het uitbreken van de coronacrisis een jaar geleden hebben sommige personen met een handicap die tijdeloos werkloos zijn geworden een deel van hun integratietegemoetkoming verloren. Dat is het gevolg van de bestaande regels met betrekking tot de prijs van de arbeid. Bij de berekening van de integratietegemoetkoming ligt de vrijstelling voor vervangingsinkomens immers lager dan die voor inkomsten uit arbeid.
“We zitten momenteel in een uitzonderlijke situatie, die voor veel burgers zware gevolgen heeft. Dankzij het stelsel van de tijdelijke werkloosheid wegens overmacht door covid-19 hebben wij duizenden banen kunnen redden. Maar het zou niet mogen dat de mensen voor wie deze maatregel bedoeld was er nadien moeten voor opdraaien,” zegt Karine Lalieux. “De wetgeving rond de prijs van de arbeid moet worden herzien in het belang van alle personen met een handicap, maar de regering moet nu meteen ingrijpen om te voorkomen dat zij tweemaal worden gestraft. Want dat gebeurt als zij niet alleen een deel van hun beroepsinkomen verliezen maar ook hun integratietegemoetkoming.”
Op basis van de tekst die vrijdag is goedgekeurd wordt de vrijstelling van uitkeringen voor tijdelijke werkloosheid voortaan gelijkgesteld aan de – meer voordelige – vrijstelling van beroepsinkomsten bij de berekening van de integratietegemoetkoming.
De maatregel is van toepassing op uitkeringen voor tijdelijke werkloosheid wegens overmacht door covid-19 die personen met een handicap ontvangen.
“Het koninklijk besluit zal gelden voor de periode van 1 maart 2020 tot 30 juni 2021, waardoor de betrokken burgers eindelijk rechtszekerheid hebben,” verduidelijkt de minister nog.