Persbericht

Federale regering maakt 20 miljoen euro extra vrij voor voedselhulp

Op voorstel van de minister van Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, Karine Lalieux, en zoals afgesproken tijdens het begrotingsconclaaf van oktober, heeft de ministerraad vrijdag besloten extra middelen vrij te maken om de voedselhulp en materiële hulp op hetzelfde peil te houden, rekening houdend met de verwachte inflatie voor 2023.

Bovenop de 9,72 miljoen euro van het Europese hulpfonds voor de meest behoeftigen en de 7,25 miljoen euro die de minister al heeft gereserveerd voor de voedselbanken en OCMW's, trekt de federale regering zo nog eens 20 miljoen euro uit om de nog altijd hoge nood te lenigen.

“We zien dat de vraag naar voedselhulp blijft toenemen, terwijl er minder levensmiddelen worden geschonken door de voedingsindustrie en de prijzen blijven stijgen. Daarom neemt de federale regering opnieuw haar verantwoordelijkheid om de hulporganisaties en de vele burgers die bij hen aankloppen te steunen”, verklaart minister Karine Lalieux. 

Tussen 2014 en 2021 is het aantal mensen in ons land die een beroep moeten doen op voedselhulp verdubbeld van 225.000 naar bijna 450.000. Zo noteerde de Belgische Federatie van Voedselbanken een toename van 18,2% van de begunstigden tussen januari en december 2022.

Naast de groeiende vraag worden hulporganisaties ook geconfronteerd met een algemene stijging van de prijzen voor levensmiddelen. Tussen december 2021 en december 2022 is de prijsindex met 15% gestegen. Dat heeft uiteraard een directe impact op de budgetten.

Karine Lalieux: “Voedselhulporganisaties spelen een essentiële rol in onze samenleving, want nog heel veel mensen zijn van deze hulp afhankelijk om zichzelf en hun kinderen te voeden. De noden zijn de afgelopen jaren sterk toegenomen door de opeenvolgende crisissen. En gezien de economische en sociale situatie in 2023, moet de overheid zeer waakzaam blijven. Met de 20 miljoen euro die we vandaag vrijmaken willen we de hulporganisaties helpen om een antwoord te bieden op de stijging van zowel het aantal begunstigden als de marktprijzen.”