Persbericht

Federale noodsubsidie van 20 miljoen euro via OCMW’s voor slachtoffers overstromingen.

OCMW-kantoor getroffen door overstromingen
Op voorstel van minister van Maatschappelijke Integratie Karine Lalieux maakte de ministerraad vrijdag een uitzonderlijk noodbudget van 20 miljoen euro vrij om, via de OCMW’s, de duizenden Belgische burgers te ondersteunen die zwaar werden getroffen door de overstromingen en het noodweer. De regering maakt ook 1 miljoen euro extra vrij voor het Rode Kruis.
De enveloppe van 20 miljoen euro wordt verdeeld onder de OCMW's van de getroffen gemeenten. Zo kan er zo snel mogelijk hulp worden geboden aan de slachtoffers. Dit komt naast de regionale steun die de Waalse regering reeds invoerde.
 
“Een catastrofe van dergelijke omvang met het daaruit vloeiende burgerleed, vergt een sterk, solidair antwoord voor zij die het nodig hebben. Dankzij deze uitzonderlijke federale noodsubsidie kunnen de OCMW’s bijzondere aandacht besteden aan de meest kwetsbaren. Zo kan er materiële of financiële hulp geboden worden waar nodig”, legt Karine Lalieux uit.
 
De minister bezocht donderdag de gemeenten Pepinster en Trooz waar ze de voorzitters van de OCMW’s ontmoette. Ook sprak ze met een twintigtal medewerkers van het OCMW uit de getroffen gemeenten. Hen zal ze in september opnieuw ontmoeten voor een laatste stand van zaken.
"Deze mensen staan dicht bij de slachtoffers. Het is door hun getuigenissen dat we beslissingen en acties kunnen ondernemen die effect hebben op het terrein. Zoals vaak zijn het de allerarmsten die het het hardst te verduren krijgen. De OCMW-medewerkers zetten - hoewel ook zij getroffen werden door het noodweer - alles op alles om de meest kwetsbaren bij te staan met raad en daad."
 
De steun wordt door het OCMW verdeeld met het oog op de persoonlijke situatie van elke begunstigde. Op basis van later te identificeren noden kunnen nog andere middelen worden vrijgemaakt, voegt de minister van Maatschappelijke Integratie er aan toe.
 
“Ons land maakt een immens trauma mee. Maar het is door solidariteit dat we ons rug kunnen rechten. Ik wil alle hulpdiensten en de vele vrijwilligers uitvoerig bedanken”, besluit Karine Lalieux.