50 Community Health Workers maken gezondheidszorg toegankelijker
Dit project kwam tot stand in de Taskforce Kwetsbare groepen. Deze taskforce zet zich in om de meest kwetsbaren te helpen tijdens deze gezondheidscrisis. De aanwerving van 50 CHW’s start volgende maand. Een budget van 2.965.000 euro is voorzien.
De gezondheidscrisis houdt lelijk huis in onze samenleving en treft een pak mensen. Maar er zijn er die extra hard getroffen worden, zowel op vlak van gezondheid, als op sociaal-economisch vlak. ‘Sinds mijn aantreden als minister van Volksgezondheid, maakte ik al snel duidelijk dat niemand mag achterblijven. Al van meetaf is solidariteit een van de richtsnoeren in mijn dagelijkse handelen. Het is overduidelijk dat we gerichte initiatieven voor de meest kwetsbaren concreet moeten uitwerken. Dat doen we oa via deze CHW’s’, vertelt minister Vandenbroucke.
In 2020 publiceerde het Federaal Kenniscentrum voor Gezondheidszorg (KCE) een studie die een stijgende ongelijkheid waarnam op vlak van toegang tot noodzakelijke gezondheidszorg. Er bleken vertragingen in de zorg bij de meest kwetsbaren, maar ook dat het een en ander misloopt wanneer broodnodige hulp werd gevraagd. Zorg is vaak niet aangepast aan de situatie van de zorgbehoevende. Dat moet dus anders. Daarom dit project, zeker in de huidige coronacrisis.
50 Community Health Workers
We willen er voor zorgen dat de ongelijkheid niet verder toeneemt. Daarnaast is het van belang dat de toegankelijkheid stelselmatig beter wordt (zeker met het oog op vaccinaties of voor het psychosociaal welzijn, e.d.). De mensen beter beschermen, daar draait het om. Daarom zetten we 50 CHW’s in het hele land.
Wie zijn deze CHW’s? Deze maatschappelijke werkers vormen de link tussen kwetsbare groepen en de gezondheids- en welzijnszorg. Dit project zal ook interne opleidingen vooropstellen en zorgt voor extra jobs.
Deze CHW’s zijn specifiek verantwoordelijk om:
• … de situatie van de meest kwetsbaren te verbeteren (zeker in het kader van de vaccinaties)
• … de meest kwetsbaren te ondersteunen in het verkrijgen van de nodige zorgen, zodat niemand achterblijft in deze moeilijke tijden.
• … aan te duiden en te melden waar er zich problemen voordoen en of er ongelijke en onheuse situaties bestaan binnen de zorg.
‘Een van de belangrijkste vaststellingen uit de taskforce kwetsbare groepen, is dat de communicatie met kwetsbare groepen, vaak te wensen overlaat. Hierdoor raken ze sterk sociaal geïsoleerd’, stelt minister van Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding Karine Lalieux. ‘Samen met onze ervaringsdeskundigen, zullen de CHW’s het menselijke contact terug opwaarderen en herstellen. Ze gaan ervoor zorgen dat de meest kwetsbaren goed geïnformeerd raken. Maar ook wij krijgen zo te horen waar zij het meeste nood aan hebben. Dat is belangrijk.’
Wijk per wijk
CHW’s zullen zich echt op het terrein begeven, in de wijken, op het niveau van mensen en gezinnen. Zo kunnen ze in deze coronacrisis het een en ander in beweging zetten. ‘Een goed gesprek, op basis van vertrouwen, zorgt ervoor dat mensen zo de juiste diensten en administratie leren kennen. Hierdoor raken ze minder geconfronteerd met een pak belemmeringen. Studies tonen aan dat nog te weinig mensen weet hebben van de verschillende voordelen, gelinkt aan een verhoogde tegemoetkoming op vlak van gezondheidszorg. Informatie en begeleiding maken het verschil’, verklaren Vandenbroucke en Lalieux.
Via deze weg wil men ook de digitale kloof verkleinen. Nieuwe technologieën brengen mensen dicht bij elkaar. Toch vallen er heel wat uit de digitale boot. Het valt op dat een deel van de bevolking geen toegang heeft tot het internet, of dat moeilijk om kunnen met nieuwe technologieën. Ook hierin vormen CHW’s een belangrijke link.
Het project wordt gecoördineerd door het Nationaal Intermutualistisch College (NIC). Zij hebben een goede ervaring in het inzetten van field agents. De CHW’s worden ingekapseld in de bestaande eerstelijnshulp en werken complementair met de al bestaande projecten binnen de verschillende gewesten. De NIC-structuur van het project met een coördinator in Vlaanderen, Wallonië en Brussel, een goede samenwerking tussen de ministers van Volksgezondheid én een evenwichtige afstemming tussen het project en de tracing en vaccinaties, zullen hierin essentieel van belang zijn.
In eerste instantie is dit project gepland binnen een termijn van 9 maanden. Er wordt naar het einde toe een evaluatie gemaakt. Daarin zullen verschillende indicatoren worden nagegaan, gaande van het aantal contacten tot het aantal interventies en soort interventies.