Vermindering van de prijs van de arbeid voor personen met een handicap
Door de forse verhoging van de tegemoetkoming zullen begunstigden geen negatieve impact meer zien in de berekening van hun integratietegemoetkoming als ze de inkomensgrens van 63.000 euro per jaar niet overschrijden.
Na de afschaffing van de prijs van de liefde op 1 januari 2021 was ook de vermindering van de ‘prijs van arbeid’ een vraag vanuit de sector en, zeker, van personen met een handicap.
“In plaats van mensen te bestraffen die werken of willen werken, moeten we voorwaarden scheppen die nodig zijn om hun werkgelegenheid te bevorderen. De inclusie van personen met een handicap brengt ook werk met zich mee”, merkt Karine Lalieux op. “Het is totaal oneerlijk om mensen op de een of andere manier te 'straffen' door hun integratietegemoetkoming te verlagen op basis van een beroeps- of vervangingsinkomen. Hun behoeften verdwijnen niet als ze een loon of een tegemoetkoming ontvangen."
De begroting van de federale regering voor 2022 voorziet hier 29 miljoen euro per jaar voor. De maatregel geldt met terugwerkende kracht vanaf 1 oktober 2021.
Voorbeeld 1
Bart woont samen met Katrien en hij ontvangt een integratietegemoetkoming in categorie 2, aangezien hij een score kreeg van 10 punten. Hij werkt en heeft een jaarlijks inkomen van €30.000,00. Katrien verdient 35.000,00 per jaar. Om het recht op de integratietegemoetkoming te bepalen wordt geen rekening gehouden met het inkomen van Katrien (afschaffing prijs van de liefde). Het eigen inkomen van Bart zorgt er echter voor dat hij slechts een verminderd bedrag inzake integratietegemoetkoming ontvangt van €1.289,16 per jaar.
Door de verhoging van de vrijstelling op het arbeidsinkomen naar €63.000,00 het arbeidsinkomen van Bart ook volledig vrijgesteld. Hierdoor zal hij aanspraak maken op het volledige bedrag van de integratietegemoetkoming, namelijk €4.376,81 per jaar. (€364,7 per maand, oftewel een verhoging van 250 euro per maand)
Voorbeeld 2
Anne woont samen met haar ouders. Bij de evaluatie inzake de integratietegemoetkoming werden haar 7 punten toegekend, waarmee ze behoort tot de 1stecategorie. Anne werkt en heeft een arbeidsinkomen van € 45.000,00 per jaar. Ze komt niet in aanmerking voor een financiële tegemoetkoming, gezien haar inkomsten te hoog zijn.
Door de verhoging van de vrijstelling op het arbeidsinkomen naar € 63.000,00 wordt er geen arbeidsinkomen meer in mindering gebracht bij de berekening van het recht op de tegemoetkoming. Haar inkomen is immers volledig vrijgesteld. Hierdoor zal ze aanspraak maken op het volledige bedrag van de integratietegemoetkoming, namelijk € 1.323,26 per jaar (110 eu